Europa zit in de problemen, zonne-energie is zo goedkoop dat het elektriciteitsnetten doet instorten.

Onderzeese kabels tussen continenten of regionale overeenkomsten zouden pieken in de vraag kunnen afvlakken en elektriciteitsstromen stabiliseren.

De revolutie in hernieuwbare energie laat een onverwachte voetafdruk achter op wereldwijde elektriciteitssystemen. Van Pakistan tot Californië maakt de massale toepassing van zonnepanelen, aangewakkerd door dalende prijzen en beleid voor energietransitie, scheuren in traditionele elektriciteitsnetten.

Netbestendige duurzaamheid

Wat begon als een belofte van autonomie en duurzaamheid voor miljoenen huishoudens, verandert in een structurele uitdaging die, als er niets aan wordt gedaan, de energie-infrastructuur van hele landen op zijn grondvesten kan doen schudden. Het probleem heeft een eenvoudige wortel: elektriciteitsnetten zijn ontworpen voor een gecentraliseerd model, niet voor miljoenen onafhankelijke dakgeneratoren.

Volgens het Internationaal Energieagentschap is er tegen 2040 50 miljoen kilometer extra elektriciteitsleidingen nodig en moet nog eens 30 miljoen kilometer van de bestaande leidingen dringend worden gemoderniseerd. Maar het is niet alleen een kwestie van kabels: het hele systeem moet worden gedigitaliseerd en flexibeler worden gemaakt om zich aan te passen aan de intermitterende aard van hernieuwbare energiebronnen, vooral zonne-energie.

De nieuwe energiekaart

De paradox is duidelijk: hoe toegankelijker fotovoltaïsche panelen worden, hoe meer gebruikers gedeeltelijk worden losgekoppeld van het net. Dit maakt de dienst duurder voor degenen die aangesloten blijven, meestal de meest kwetsbaren, en vermindert de inkomsten die nodig zijn om de infrastructuur te onderhouden. In Zuid-Afrika heeft het fenomeen een schuld gegenereerd die gelijk staat aan 1,2% van het BBP; in Pakistan herdefinieert het wie toegang heeft tot consistente energie; en in Libanon is het het enige levensvatbare alternatief voor de ineenstorting van de staatsvoorziening.

 

Europa is niet vreemd aan dit dilemma. Als leider op het gebied van hernieuwbare energie, moet het nu de rekening betalen voor zijn eigen overgang. Volgens de denktank Bruegel zal de EU tussen de 65 en 100 miljard euro per jaar moeten investeren om haar netwerken te onderhouden en aan te passen. Maar de opmars van zelfverbruik gaat niet altijd gepaard met duurzame prijsmodellen. Het resultaat: hogere vaste tarieven voor mensen die het zich niet kunnen veroorloven om panelen te installeren, waardoor een spiraal ontstaat die de meest achtergestelde groepen dreigt uit te sluiten van betaalbare toegang tot energie.

De oplossing zal niet snel of goedkoop zijn. Naast het bevorderen van energieopslagsystemen – zoals batterijen en pompaccumulatiecentrales – dringen experts aan op de noodzaak om internationale interconnectieprojecten te coördineren. Onderzeese kabels tussen continenten of regionale overeenkomsten zouden pieken in de vraag kunnen afvlakken en energiestromen stabiliseren. Maar in de tussentijd blijft zonne-energie groeien en voedt het zowel de klimaathoop als een ongekende nieuwe technische en sociale uitdaging.